Oefening 27 |
A. In het midden zijn:
1. Aarden: Dit betekent contact maken met Moeder Aarde om zo energie, die niet van jou is af te voeren. (Ook wel vervelende, negatieve of overtollige energie genoemd.)
2. Voeten goed op de aarde.
3. Adem door je buik en zo volledig mogelijk. Doe dit "zacht" en stel je voor dat je tijdens de uitademing de spanning loslaat en laat wegvloeien. Realiseer je dat je dit moet oefenen en als je oefent dat dit na verloop van tijd vanzelf gaat. Neem je zelf dus niet kwalijk als het niet meteen lukt en/of als je het niet doet. Je wordt altijd geholpen als je mensen helpt, dus maak je geen zorgen.
4. Hou je rug recht en je gewicht in je buik.
B. Het lepeltje:
· De truc met het lepeltje is leuk, maar ook om te controleren welk gevoel je moet hebben om in je "midden" te zitten, dus in je kracht.
· Zet je voeten op de grond en volg de stappen 1 t/m 4. Plaats een theelepeltje met je ene hand tegen je voorhoofd. Adem rustig door je buik en leg je duim van de andere hand in je navel en laat je hand rusten op je buik. Je richt je aandacht op de hand die op je buik ligt en je voelt dan dat je buik warm wordt en dat je voeten "zwaarder" worden. Blijf je met je aandacht bij je hand, dan blijft het lepeltje aan je hoofd hangen. Probeer het maar. Alleen zodra je weer denkt, valt het lepeltje er weer af.
Oefening:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
Terug naar "Tai Chi" startpagina |