Oefening 25 |
Uitgangspositie:
Voeten op schouderbreedte.
Vorm met de handen een driehoek (piramide) op de dantian.
Adem rustig in en uit. (1).
Adem in terwijl de armen zijwaarts uit mekaar gaan (2), vorm kraanvogel-handen. Als de armen bijna op 45° hoogte zijn adem je uit (de mond vormt de "F "-klank) terwijl de kraanvogel-handen (denkbeeldig) naar de nieren wijzen. (3). |
De handen gaan voor het lichaam door en op buikhoogte over in een driehoek (piramide), naar voren van het lichaam af en de hielen van beide voeten worden licht naar buiten gedraaid. (4). Blijf enkele ademhalingen zo staan (zo lang als dat je kan volhouden en prettig aanvoelt). Op een uitademing ontspan je door je armen zijwaarts naast het lichaam te laten zakken. (5). Dan komen de armen omhoog (6), nog steeds op een uitademing. |
Oefening:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
Terug naar "Tai Chi" startpagina |