Oefening 16
"Het Openen van de twaalf Meridianen"


Handen voor Tantien, vingertoppen naar elkaar: inademen.


Armen komen omhoog. Armen zijwaarts bewegen en strekken.
              (Nooit helemaal doorstrekken.)
              De handpalmen zijn naar beneden gericht: uitademen.


Handpalmen naar boven draaien en armen omhoog heffen: inademen.



              Vingers als kommetjes tegen elkaar (naar beneden gericht).
              Beweging naar beneden tot borsthoogte.
              Handruggen tegen elkaar en naar voren strekken van de armen: uitademen.


Ellebogen intrekken en via binnendoor draai de vingers richting borst: inademen.
                            Doordraaien en strekken, handpalmen open: uitademen.


Handpalmen tegen elkaar en bidhouding voor de borst: inademen.


Beweeg de handen in genoemde houding iets omlaag en naar voren.
              Armen strekken: uitademen.


Open de handvlakken (hand onderkant pols, schelp, raken elkaar nog even) en
              beweeg de armen zijwaarts naar achteren, iets achter de zijkant van het lichaam: inademen.


Beweeg de armen terug naar voren; uitgangspositie en begin bij (2): uitademen.
              Deze reeks minimaal 3x herhalen.


Einde van de oefening armen naar beneden brengen.




Oefening: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32

Terug naar "Tai Chi" startpagina