Oefening 15
"De Vier Windrichtingen"


Uitgangspositie :
Sta met je gezicht naar het noorden. Voeten op schouderbreedte en armen losjes naast het lichaam. Adem een keer diep in en uit.

1) De handen komen naar elkaar toe op een inademing, handpalmen naar boven gericht en de rechtervoet wordt op 45° geplaatst. Stap nu op een uitademing met de linkervoet uit terwijl de handen draaien en een duwende beweging naar voren maken. (Een denkbeeldige muur wegduwen, handpalmen naar voren gericht.)

2) De handpalmen draaien op een inademing naar elkaar toe. Breng de armen naar omhoog, boven het hoofd. Dit nog steeds inademend. Laat nu de armen op een uitademing zakken langs het hoofd.

3) Als de vingertoppen ongeveer aan de wangen zijn worden de ellebogen naar buiten gericht, inademen. De handpalmen zijn nu naar beneden gericht onder de kin op borsthoogte.

4) De linkervoet draait nu 45° naar binnen en de rechtervoet bijna 180° naar rechts. Tijdens deze bewegingen wordt de rechterarm gestrekt en de arm/hand wijst in dezelfde richting als de rechtervoet, uitademen.

5) Gelijktijdig op een inademing de rechterarm weer op borsthoogte brengen (onder de kin) en de rechtervoet weer bijna 180° naar binnen (links) draaien en de linkervoet 180° naar links.

6) Breng het gewicht op je linkervoet en breng nu de rechtervoet naast je linkervoet tijdens het uitademen (voeten op schouderbreedte). Je handen zijn nog steeds op borsthoogte. Je staat nu met je gezicht naar het westen gekeerd!!!

7) Op een inademing gaan je armen en handen omhoog, handpalmen draaien naar buiten (houtbeweging) en de armen komen weer naar beneden op een uitademing. Als de armen naar beneden komen zakken we ook door de knieėn en maken met de handen een scheppende beweging (water scheppen). Je bepaalt zelf hoe diep je zakt. Dan komen we omhoog op een inademing. De handpalmen zijn naar boven gericht, draaien naar het gelaat toe (nog steeds stijgend) en draaien voor het gelaat naar buiten (denk aan ramen wassen). Terwijl de handen in deze positie zakken ademen we uit.

8) De armen komen weer naast het lichaam en we staan weer in de uitgangspositie. Nu kunnen we weer beginnen , inademing, bij punt 1. Bij punt 6 sta je achtereenvolgens met je gezicht naar het zuiden, oosten en weer naar het noorden gekeerd.

Deze oefening doe je ook in tegengestelde richting. Je staat naar het noorden toe. Je linkervoet wordt dan 45° gedraaid en je rechtervoet stapt uit. Je kijkt nu achter-eenvolgens naar het oosten, zuiden, westen en weer naar het noorden. Je bepaalt zelf welke kant je als eerste wilt op gaan en belangrijk, volg je eigen ademritme. Zeker in het begin!




Oefening: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32

Terug naar "Tai Chi" startpagina